Naar inhoud

Winkelwagen

Je winkelwagen is leeg

Museum De Lakenhal

In een monumentaal pand aan de Oude Singel vind je Museum De Lakenhal, een plek waar de rijke geschiedenis van Leiden samenkomt met topstukken uit de Nederlandse kunst. Van de vroege werken van Rembrandt tot de moderne lijnen van Theo van Doesburg: dit museum verrast, ontroert en inspireert. Op deze pagina ontdek je een selectie van bijzondere werken uit de collectie van De Lakenhal.

Sorteren op

10 producten

Museum De Lakenhal

Stap binnen in de levendige geschiedenis van Leiden met deze bijzondere collectie van 10 kunstwerken uit Museum de Lakenhal.
Van dramatische stadsverhalen tot moderne abstractie. Een kunstparel waar verleden en vernieuwing samenkomen

Kunst en geschiedenis onder één dak

Museum De Lakenhal in Leiden is een bijzondere plek waar kunst en geschiedenis samenkomen. Het museum, gevestigd in de monumentale Laecken-Halle (lakenhal) uit 1640, opende zijn deuren in 1874 als stedelijk museum. De collectie is sindsdien uitgegroeid tot meer dan 23.000 objecten, van oude meesters als Rembrandt van Rijn tot moderne kunst van de De Stijl-beweging en hedendaagse werken.

Na een grootschalige renovatie werd het museum in 2019 heropend, waarbij de presentaties nu een iconische reis door de tijd bieden, van middeleeuwse topstukken (zoals Lucas van Leydens Laatste Oordeel) tot aan de radicale moderniteit van Theo van Doesburg.

Behalve schilderkunst herbergt het museum ook historische objecten die de roerige geschiedenis van Leiden illustreren, zoals de Leidens Ontzet (het Beleg en Ontzet van 1574) en de bloeiende lakenindustrie. Deze verrassende combinatie van oud en nieuw creëert een boeiende dialoog tussen verleden en heden in Museum De Lakenhal.

Afbeelding van Xsandriel, Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0.

Tijdlijn Museum de Lakenhal

Bekijk de tijdlijn van Museum de Lakenhal, klik op de jaartallen en ontdek de verhalen achter elk moment.

1641

Monumentale Lakenhal in bedrijf

In 1639 besloot het stadsbestuur van Leiden tot de bouw van een keurhal voor laken (wollen stoffen). Architect Arent van ’s-Gravesande ontwierp een classicistisch stadspaleis (de Laecken-Halle) dat de internationale kwaliteit van het Leidse laken moest uitstralen.

Ruim twee jaar later, op 8 augustus 1641, werd de Lakenhal officieel geopend. Voortaan werd hier het wereldberoemde Leids laken gekeurd en voorzien van een loden zegel als kwaliteitsstempel. Het imposante gebouw stond dus centraal in de Leidse lakenindustrie en groeide al snel uit tot een trotse blikvanger van de stad.

Susanna van Steenwijck-Gaspoel, Gezicht op de Lakenhal te Leiden, 1642

1922

Museum verdubbelt met Papevleugel

Enkele decennia later kampte het museum opnieuw met ruimtegebrek. In 1918 deed de heer Pape een royale schenking aan Museum De Lakenhal ter nagedachtenis aan zijn broer, specifiek bedoeld voor uitbreiding van het museum. Op 5 april 1922 werd de nieuwe Papevleugel feestelijk geopend. Deze aanbouw aan de Lange Scheistraat voorzag het museum niet alleen van extra expositieruimte, maar ook van een zolder en kelder voor de opslag van de collectie.

Tijdens de recente verbouwing van 2016–2019 is de koepel van de Papevleugel gerestaureerd. De gerestaureerde koepel toont nog altijd het stadswapen van Leiden, gehouden door twee staande leeuwen.

Afbeelding van Rob Oo – Museum De Lakenhal Eye, via Wikipedia, licentie: CC BY 2.0

1890

Uitbreiding met Harteveltzaal

Al snel barstte het museum uit zijn voegen. Dankzij een schenking van Daniël Hartevelt (een lokale zakenman) kon in 1890 een nieuwe tentoonstellingszaal worden aangebouwd.

Deze Harteveltzaal bood ruimte aan eigentijdse kunst van destijds, zoals werken van George Hendrik Breitner en de Haagse School, uniek en vooruitstrevend voor die tijd. De uitbreiding gaf de collectie de ruimte om verder te groeien, en het museum kon vanaf toen ook moderne kunst tonen aan het publiek, iets dat destijds best bijzonder was.

Op de afbeelding is een Portretschets van Floris Verster te zien, gemaakt door George Hendrik Breitner. Te zien in het Museum de Lakenhal

2006

Rembrandt 400: feestjaar in Leiden

In 2006 vierde heel Nederland de 400e geboortedag van Rembrandt van Rijn, geboren Leidenaar. Museum De Lakenhal speelde dat jaar een grote rol in de feestelijkheden. Het museum organiseerde vier spraakmakende tentoonstellingen rond de meester, waaronder “Rembrandt en zijn moeder”, “Rembrandt, de meesterlijke verteller” (een expositie van zijn etsen), “Rembrandt en Picasso” en “Rembrandts landschappen”.

Met deze unieke combinaties en verhalen bracht De Lakenhal op speelse wijze een eerbetoon aan Rembrandt, en wist het een breed publiek naar Leiden te trekken in dit Rembrandtjaar.

De nachtwacht, het bekendste werk van Rembrandt van Rijn

2012

Rembrandts vroegste werk terug in Leiden

Opvallend genoeg had Leiden tot voor kort geen eigen Rembrandt in huis. Daar kwam verandering in in 2012: met steun van de Gemeente Leiden, het Mondriaan Fonds, de Vereniging Rembrandt en de Vrienden van De Lakenhal kon het museum toen een échte Rembrandt aanschaffen. En niet zomaar één “De Brillenverkoper”, geschilderd rond 1624, is Rembrandts vroegst bekende schilderij.

Dit kleine paneeltje (een marskramer die een bril verkoopt als allegorie op het gezicht) had Rembrandt op ongeveer 17-jarige leeftijd in Leiden geschilderd. Het werk was lange tijd in particulier bezit, maar dankzij de gezamenlijke inspanning keerde dit jeugdwerk van Rembrandt terug naar zijn geboortestad. Een trots moment: eindelijk hing er een topstuk van Leiden’s beroemdste zoon in Museum De Lakenhal.

2019

Heropening na grote verbouwing

Tussen 2016 en 2019 onderging De Lakenhal een ingrijpende restauratie en uitbreiding. Het museum was bijna drie jaar dicht, maar het resultaat mocht er zijn: op 19 juni 2019 heropende Koning Willem-Alexander persoonlijk het vernieuwde Museum De Lakenhal. Tijdens de verbouwing kreeg het historische pand een opknapbeurt en kwam er een moderne nieuwbouwvleugel bij, inclusief een overdekte binnenplaats en extra tentoonstellingszalen.

De grandeur van de 17e-eeuwse Lakenhal is in ere hersteld, maar binnen is het museum nu helemaal bij de tijd. Meer ruimte voor kunst, betere faciliteiten en een warme mix van oud en nieuw. Museum De Lakenhal straalt na 2019 als nooit tevoren, klaar voor de toekomst in een eeuwenoud jasje.

Afbeelding van Nanda Sluijsmans, Wikipedia, licentie: CC BY-SA 2.0

David Bailly

Vanitasstilleven met portret van een jonge schilder

Een intrigerend stilleven vol symbolen van vergankelijkheid, geschilderd door de Leidse kunstenaar David Bailly. Op tafel zien we een schedel, een gedoofde kaars, zeepbellen, verwelkende bloemen en een zandloper, stuk voor stuk verwijzingen naar de eindigheid van het leven. Ook kostbaarheden zoals een zilveren beker, gouden munten en parels liggen uitgestald, om te benadrukken dat aardse rijkdom uiteindelijk niets voorstelt in het aangezicht van de dood.

Bijzonder is dat Bailly zichzelf heeft geportretteerd in het ovale schilderij binnen het schilderij. De identiteit van de jongeman naast hem is onzeker, mogelijk een collega-schilder, of Bailly’s verbeelding van zichzelf als jonge man. Het portret van de vrouw links zou Bailly’s echtgenote kunnen zijn; haar gezicht duikt nog eens op als een vage schim achter het glas wijn.

Over het hele schilderij verspreid zijn ook de vijf zintuigen verbeeld (bijvoorbeeld de fluit en luitspelende figuur voor het gehoor, bloemen voor de reuk, glanzende zeepbellen voor het zicht) .Die zintuiglijke geneugten zijn immers ook vluchtig. Op een briefje rechtsonder staat expliciet de waarschuwing “Vanitas vanitatum et omnia vanitas” – Latijn voor “IJdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid”. Dit meesterlijke stilleven nodigt de toeschouwer uit tot een moment van bezinning: hoe mooi en jong we nu ook zijn, uiteindelijk is alles vergankelijk.

Bron: Museum De Lakenhal

Jan Toorop

Twee bomen

Een intiem pointillistisch schilderij van Jan Toorop, waarin twee bomen in een landschap centraal staan. Toorop experimenteerde vanaf midden jaren 1880 met pointillisme, geïnspireerd door Franse pointillisten die hij leerde kennen via de Brusselse kunstenaarsgroep Les Vingt. In 1885 werd hij zelfs als enige Nederlander lid van Les Vingt, een teken van zijn internationale erkenning als avant-garde kunstenaar.

Twee bomen is een mooi voorbeeld van die stippenstijl en de internationale invloeden in Toorops werk. Het schilderij bleef lange tijd in privébezit (de collectie van H.P. Bremmer en zijn erfgenamen) tot Museum De Lakenhal het in 2011 aankocht.

Theo van Doesburg

Contra-Compositie VII

Een abstract schilderij met felgekleurde rechthoeken dat tot de iconische werken van de kunststroming De Stijl behoort. Theo van Doesburg, oprichter van het tijdschrift De Stijl in 1917 te Leiden, schilderde dit werk in Parijs tijdens de hoogtijdagen van De Stijl.

In Contra-Compositie VII is duidelijk de invloed van Piet Mondriaan te zien in de strakke vlakverdeling en primaire kleuren. Het schilderij maakt in één oogopslag zichtbaar “hoe krachtig de verandering was waar Theo van Doesburg en zijn tijdgenoten voor stonden”: een radicale breuk met de figuratieve traditie.

Het museum de Lakenhal kocht dit zeldzame topstuk in 2017 op een veiling in Londen, precies 100 jaar na de geboorte van De Stijl in Leiden, waarmee eindelijk een meesterwerk van Van Doesburg aan de collectie kon worden toegevoegd. Hiermee is Leiden als bakermat van De Stijl opnieuw op de kaart gezet, en krijgt deze revolutionaire kunstbeweging een ereplaats in de Lakenhal.

Rembrandt van Rijn

Brillenverkoper

Dit kleine tafereel toont een marskramer die een bril aan de man brengt, en het is Rembrandts verbeelding van het zintuig Gezicht. Het werk maakt deel uit van een serie over de vijf zintuigen die Rembrandt rond zijn achttiende schilderde, het zijn zijn vroegst bekende schilderijen.

Hoewel dit vroege werk nog wat onbeholpen lijkt, verraadt het al Rembrandts kenmerkende aandacht voor licht-donker (clair-obscur) en de psychologie van zijn personages. De kleurrijke kleding van de brillenverkoper verwijst naar oosterse marskramers die in de 17e eeuw op jaarmarkten hun waren aanboden. Het schilderij, een Allegorie op het Zicht, voorspelt in miniatuurformaat de genialiteit die Rembrandt later zou ontplooien.

Jan Steen

Stoeiend paar

Een ogenschijnlijk luchtige scène van een jong stel dat met elkaar stoeit in de openlucht, geschilderd door de beroemde Leidse genreschilder Jan Steen. Jan Steen staat bekend om zijn levendige, rommelige taferelen vol mensen, zozeer dat de Nederlandse uitdrukking “een huishouden van Jan Steen” is ontstaan om een chaotisch huishouden te omschrijven.

Maar achter de humor van zijn schilderijen schuilt vaak een wijze les. In Stoeiend paar verwerkte Steen allerlei verborgen liefdessymboliek: boven het verliefde koppel hangt een vogelkooi met een lokvogeltje, dat andere vogels in de val moet lokken... een verwijzing naar verleiding en lust.

Op de grond zit een konijntje, symbool van vruchtbaarheid, passend bij het stel dat denkt onbespied te zijn. Verder liggen er achteloos knolrapen en een omgevallen pot, subtiele toespelingen op de menselijke geslachtsorganen.

Ter contrast had Steen ook een pendant (tegenhanger) geschilderd van een keuriger paartje bij een duiventil, zinnebeeld van kuise, ordentelijke liefde. Samen hield dit schilderijenpaar de kijker een spiegel voor over goede versus slechte liefde.

Mattheus Ignatius van Bree

De zelfopoffering van Burgemeester Pieter van der Werf

Een enorm historiestuk (ruim 4 bij 5,7 meter!) dat een beroemd moment uit de Leidse geschiedenis verbeeldt. De echte lijst waarin het schilderij in het museum hangt, is op de afbeelding hieronder te zien. We zien burgemeester Pieter Adriaansz. van der Werf in 1574, midden tijdens het Beleg van Leiden door de Spanjaarden, omringd door wanhopige inwoners die lijden onder honger. Volgens de overlevering bood Van der Werf op het dieptepunt van de crisis zijn eigen lichaam aan als voedsel aan de uitgehongerde menigte, om zijn stadsgenoten moed in te spreken vol te houden en niet op te geven aan de vijand.

Deze heroïsche zelfopoffering moest de Leidenaren ervan overtuigen te blijven strijden tot de stad ontzet werd. Historisch gezien hing de Opstand toen inderdaad aan een zijden draadje, voedselvoorraden waren eind augustus 1574 vrijwel uitgeput en er braken rellen uit van wanhoop.

Het tafereel dat Van Bree bijna tweeënhalve eeuw later schilderde, is gebaseerd op de kronieken: Jan Fruytiers beschreef in 1577 hoe de burgemeester daadkrachtig de boze menigte tegemoet trad en hen beschaamd wist te kalmeren door zijn offer. Hoewel niet zeker is of Van der Werf daadwerkelijk zijn arm wilde laten afhakken, groeide dit verhaal uit tot een mythisch symbool van Leidens moed en doorzettingsvermogen.

Het schilderij hing ooit in het stadhuis van Leiden en kwam in 1872 in het museum terecht. Tot op de dag van vandaag imponeert het bezoekers met zijn dramatische presentatie van Leidens Ontzet, een verhaal dat in de stad elk jaar op 3 oktober groots wordt gevierd.

een kunstparel in het hart van Leiden

Museum De Lakenhal biedt met deze uiteenlopende werken, van Rembrandts vroegste schilderijen en Jan Steens humoristische scènes tot Theo van Doesburgs abstracte experimenten, een breed palet aan kunst en erfgoed. Samen vertellen deze meesterwerken het verhaal van Leiden als cultuurstad door de eeuwen heen.

Ben je nieuwsgierig geworden? Breng dan vooral eens een bezoek aan Museum De Lakenhal in Leiden. Wandel door de zalen, bewonder deze kunstwerken in het echt en duik in de rijke historie die dit museum te bieden heeft, een ervaring die je niet wilt missen!